Regelmatig hoor ik van ouders in mijn praktijk dat ze al langer twijfelden over de taalontwikkeling van hun kind. En als dan inderdaad blijkt dat er een taalprobleem is dan zeggen ze ‘’had ik maar eerder naar mijn onderbuikgevoel geluisterd’’. Om een taalprobleem als ouder, peuterleidster of leerkracht te herkennen is het van belang om eerst te weten wat een taalprobleem is.
Taalachterstand of taalontwikkelingsstoornis?
Taalproblemen kun je grofweg indelen in een taalachterstand en een taalontwikkelingsstoornis (TOS). TOS is een ontwikkelingsstoornis waarbij taal minder goed verwerkt wordt in de hersenen. Het gehoor, de intelligentie en de algemene ontwikkeling zijn bij kinderen met een TOS normaal. Wat je ziet is dat deze kinderen moeite hebben met het formuleren van een boodschap en het begrijpen van taal. Het is een handicap die je door de juiste begeleiding (enigszins) kunt verbeteren maar waar je nooit helemaal vanaf komt. Het vermoeden van een TOS kan al op de leeftijd van 2 jaar ontstaan en vanaf 3 jaar vastgesteld worden.
Er is sprake van een taalachterstand wanneer een kind op het gebied van taal overduidelijk achterblijft bij leeftijdsgenootjes maar er geen sprake is van een TOS. We hebben het dan over achterblijven op het gebied van taalbegrip, taalproductie en/of taalgebruik.
Het grote verschil tussen een taalachterstand en een TOS is dat een TOS ondanks extra begeleiding een blijvend probleem is. Een taalachterstand kan met ondersteuning ingehaald worden en dus verdwijnen.
Taalbegrip
Bij taalbegrip gaat het naast het begrijpen van de taal, zoals het woord al zegt, ook over de verwerking van de taal. Zo kan het zijn dat kinderen het opvolgen van opdrachten lastig vinden.
Taalproductie
Als kinderen moeite hebben met de taalproductie dan vinden ze het vaak moeilijk om zelf de taal te gebruiken. Dat kan komen doordat ze moeite hebben met het maken van zinnen of door een beperkte woordenschat.
Taalgebruik
Bij taalgebruik gaat het over hoe het kind de taal die hij tot zijn beschikking heeft gebruikt in de communicatie met anderen. Kan het kind bijvoorbeeld duidelijk maken wat hij wil?
Een taalprobleem of toch iets anders?
Superdrukke kinderen krijgen van hun omgeving soms al snel het label ADHD terwijl er ook sprake kan zijn van een taalprobleem. Als je niet kunt vertellen wat je voelt dan kan dit zich uiten in druk gedrag. Voor verlegen en/of introverte kinderen geldt dat een taalprobleem ook regelmatig over het hoofd wordt gezien. Is een kind verlegen en praat het daarom niet of kan een kind zich niet uiten en komt het daardoor verlegen over? Ook niet (goed) horen kan een vertekend beeld geven. Kortom een goede samenwerking tussen logopedisten en andere disciplines (zoals professionals van de peuterspeelzaal, kinderopvang, school, psychologen/ orthopedagogen en fysiotherapeuten) is van groot belang om de oorzaak van het probleem te achterhalen.
Neem bij twijfel of een onderbuikgevoel altijd contact op
Taal is de basis voor de rest van je leven. Kinderen tussen de 0 en 6 jaar zijn het meest gevoelig voor het leren van taal. Een achterstand op dit gebied heeft invloed op het leer- en denkvermogen. Daarnaast kunnen er sociaal-emotionele problemen ontstaan als een kind de taal niet begrijpt of zich moeilijk kan uiten. Daarom adviseer ik om bij twijfel altijd contact op te nemen met een logopedist in de buurt. Hoe eerder, hoe beter!
Wil je meer weten over de taalontwikkeling van kinderen? Neem een kijkje bij onze online trainingen.
Groetjes,
Chantal